Koh Chang
Met niet minder dan 50 eilandjes voor de kust, is koh Chang Thailand’s tweede grootste eiland en de grootste in het Ko Chang Nationale park.
Het allereerste echte contact tussen westerlingen en de eilandbewonders van koh Chang gebeurde toen de lijken van Franse zeelieden, die gedood waren in de strijd op zee met de Jappeners in 1941 aan de oevers van het eiland spoelde.
De eilandbewoners vonden dat de eerste rugzak toeristen die in de zeventige jaren het eiland bezochte niet veel beter ruikte, maar die hadden tenminste wel een grote glimlach onder hun grote neuzen en schenen een fortuin te kunnen besteden.
Net zoals alle andere Thaise eilanden, was Ao Nang in het begin voornamelijk ontwikkeld voor de rugzaktoeristen, die nu het eiland in een luxere bestemming zich h elders vermaken.
Het bouwen gaat door op het eiland en simpele hutten worden afgebroken en maken plaats voor luxeresorts. Dit is natuurlijk minder plezierig voor de budgetreizigers, maar hopelijk goed voor de omgeving, omdat de duurdere hotel-resorts zich betere sanitatie en afvalverwerkings systemen dan hun voorgangers.
Koh Chang's recente succes ligt niet aan het feit dat het zo dicht bij Bangkok gelegen is, maar door haar prachtige bergachtige topografie, welke rijk is aan natuurwouden, watervallen en nog steeds weinig bevolkte witte strandstranden.
Er zijn koraalriffen in het westelijk gedeelte van het eiland, die terwijl ze niet de allermooiste van het koninkrijk gezegend met de prachtigste onderwaterschatten zijn, niettemin erg kleurrijk en rijk aan marineleven is.
|